Wat zijn voorraadbeheer methodes?
Treft u soms bederfelijke goederen of oude goederenvoorraden aan in uw magazijn? Zijn uw opslagkosten te hoog? Heeft u te vaak te maken met voorraadtekorten? Als dit het geval is, bestudeer dan de belangrijkste voorraadbeheer methodes die tegenwoordig gebruikt worden door logistieke dienstverleners, en met name die betrekking hebben op de productindeling. Hieronder een lijst met technieken die u kunt toepassen om te voorkomen dat dergelijke situaties zich opnieuw voordoen:
Het FIFO-principe (First In, First Out)
Deze techniek zorgt ervoor dat de oudste referenties als eerste uitgeslagen worden, dat wil zeggen die artikelen die het eerst in uw magazijnstellingen zijn ingeslagen.
Deze is eenvoudig toe te passen en stelt u in staat de goederenstromen aan te sturen, te organiseren en prioriteiten te stellen bij de afhandeling.
Het LIFO-principe (Last In, First Out)
Bij het LIFO-principe (Last In, First Out) worden de goederen die het laatst ingeslagen zijn als eerste uitgeslagen.
Net als bij het FIFO-principe draagt het bij tot een logische en soepele organisatie van de goederenstromen.
Economic Order Quantity (EOQ) of de Formule van Camp
Economic Order Quantity (EOQ) ofwel « inventory management »: dit model is zeer geschikt voor ondernemingen met een beperkt aantal bestellingen per dag: d.w.z. kleine en middelgrote bedrijven.
Logistieke dienstverleners bestellen de grondstoffen en goederen op vaste tijdstippen in het jaar. Deze techniek is zeer eenvoudig toe te passen, maar vereist een regelmatige vraag.
Methode voor voorraadbeheer: ABC-analyse
Met deze methode worden goederen in 3 categorieën ingedeeld: A, B en C.
- Producten van categorie A zijn het belangrijkste, namelijk die met de hoogste jaarlijkse gebruikswaarde. Er moet op worden gewezen dat deze artikelen aan een strikt voorraadbeheer moeten worden onderworpen en moeten worden opgeslagen in ruimten met bijzondere omgevingscondities: het is van essentieel belang dat dit soort voorraden regelmatig wordt aangevuld om het ongemak van een voorraadtekort te voorkomen.
- Categorie B betreft produkten die als « gemiddeld » worden beschouwd; deze hebben een gemiddelde omzetsnelheid en gebruikswaarde. Aangezien deze artikelen tussen de categorieën A en C vallen, is het van belang dat zij onder controle worden gehouden, zodat zij geen artikelen van een hogere of lagere categorie worden.
- Producten die in de categorie C vallen, zijn het minst belangrijk, d.w.z. dat zij de laagste jaarlijkse omzetsnelheid en gebruikswaarde hebben, en daarom minder vaak worden aangevuld. In het algemeen slaan logistieke dienstverleners niet meer dan één product van deze klasse op en vullen zij het aan zodra het uitgeslagen is.
Weet dat er nog andere voorraadbeheer methodes bestaan, maar voordat u een keuze maakt, is het uiterst belangrijk om met een aantal factoren rekening te houden zoals de ordervolumes, de opslagcapaciteit, de indeling van uw magazijn en de jaarlijkse budgettaire ramingen. Wilt u meer informatie over de belangrijkste strategieën voor voorraadbeheer, lees dan het artikel over de LIFO- en FIFO-methoden.