De nivellering heeft niet alleen invloed op de machines, maar ook op de stellingen aangezien ze een zekere tolerantie hebben. Bij het gebruik van deze structuren moeten, nadat ze zijn gemonteerd en voordat ze worden geladen, bepaalde veiligheidsafstanden in acht worden genomen.
In de norm EN 15620 staan de geldige voorschriften vermeld. Het is zeer belangrijk deze voorschriften te respecteren om eventuele botsingen tussen de magazijnstellingen en de apparatuur voor goederenafhandeling te voorkomen, of het stoten hiertegen bij het plaatsen van de goederen in de stellingvakken.
De veiligheidsafstanden variëren al naargelang het soort installatie en de klasse (100, 200, 300 of 400). De gegevens in de onderstaande tabel verwijzen naar de klassen 300 en 400. De illustratie bij de tabel geeft aan op welk element elke meeteenheid betrekking heeft.

A: Breedte van het stellingvak.
E: Breedte van het gangpad.
Cx: Verlies van verticaliteit.
Cz: Verlies van verticaliteit.
Jy: Rechtheid van de staander.
Jz: Rechtheid van de staander.
Gy: Rechtheid van de ligger.
H: Hoogte vanaf de bovenkant van de vloerplaat tot de bovenkant van de staander.
HB: Hoogte van de bovenkant van een ligger tot aan de bovenkant van de ligger van het daaropvolgende niveau.
Klasse | Veiligheidsafstanden (mm) | ||||||
A | E | Cx | Cz | Jx | Jz | Gy | |
300 | +/-3 | +/-5 | +/-H/500 | +/-H/500 | +/-3 of +/-HB/750 | +/-H/500 | +/-3 of +/-A/500 |
400 | +/-3 | +/-15 | +/-H/350 | +/-H/350 | +/-3 of +/-HB/400 | +/-H/500 | +/-3 of +/-A/500 |
Behalve aan de hiervoor behandelde parameters moet ook aan de rest van de in de norm EN 15620 gespecificeerde veiligheidsafstanden worden voldaan.